30-Sep-2020, 09:24 PM
(30-Sep-2020, 09:14 AM)hobby harry schreef: hallo PietV
Ik had ondertussen begrepen dat de draagarm van de velomobiel meestal twee draagarmen heeft. ik begreep eerst niet hoe dit werkte maar ik ben er achter dat wanneer je de stangen denkbeeldig verleng dat dan het punt waar deze twee draagarmen elkaar kruisen het "virtuele" draaipunt is.
Bij vele voertuigen wordt de onderste wieldraagarm gevormd door een driehoek of triangel. Bij een velomobiel is dat een ongelijkzijdige vierhoek. Je kunt de punten van de twee stangen wel denkbeeldig doortrekken, maar dat wordt door die ongelijkzijdige vierhoek nooit een virtueel draaipunt.
De draagarm die haaks op de lengterichting van het velomobiel staat, bepaalt hoofdzakelijk het draaipunt.
(30-Sep-2020, 09:14 AM)hobby harry schreef: Nu had ik daar een schetsje van gemaakt en de hoeken er afstanden zo genomen dat ik de juiste schuurstraal kreeg in het rechtuit rijden. nu ging ik dit simuleren met sturen en dan merk ik op dat de virtuele draaipunt niet stil blijft staan.
De schuurstraal is en blijft onveranderd. De schuurstraal wordt bepaald door de stand en de lengte van de as-tap, waardoor de hartlijn door de McPherson-poot t.o.v de hartlijn door het wiel onveranderd blijft. Een groter wiel is wel van invloed.
(30-Sep-2020, 09:14 AM)hobby harry schreef: Dit komt omdat de hoeken de de twee draagarm stangen maken veranderen en het snijpunt van die twee stangen dus ook verschuift. dit heeft invloed op de schuurstraal, camber en Ackermann, is dit gebruikelijk? of heb ik de verkeerde hoeken gekozen en zo ja is er een methode om tot de meest ideale hoeken en afstanden te komen?
Bij het insturen van bochten is die veranderde hoek van die twee wieldraagstangen i.c.m. de stuurstang-arm alleen van belang voor het Ackermann principe.
Zoals Wim schreef. Maak een afspraak met het bedrijf Velomobiel.nl en je kunt daar alles bekijken en uitgelegd krijgen.