Een hond is volgens het Wetboek van Strafrecht een dier. Dat het opzettelijk en wederrechtelijk doden van een dier gelijk staat met vernieling is om een andere reden. Ook dierenmishandeling en dieren kwelling gaat om dieren en niet om dingen.
Voorbeelden:
Titel I. Overtredingen betreffende de algemene veiligheid van personen en goederen
Artikel 425 Wetboek van Strafrecht
Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft:
1°. hij die een dier op een mens aanhitst of een onder zijn hoede staand dier, wanneer het een mens aanvalt, niet terughoudt;
2°. hij die geen voldoende zorg draagt voor het onschadelijk houden van een onder zijn hoede staand gevaarlijk dier.
Tweede Boek. Misdrijven - Titel XXVII. Vernieling of beschadiging
Artikel 350 Wetboek van Strafrecht
1.
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
2.
Met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie wordt gestraft hij die opzettelijk en wederrechtelijk een dier dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, doodt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt.
Voorbeelden:
Titel I. Overtredingen betreffende de algemene veiligheid van personen en goederen
Artikel 425 Wetboek van Strafrecht
Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie wordt gestraft:
1°. hij die een dier op een mens aanhitst of een onder zijn hoede staand dier, wanneer het een mens aanvalt, niet terughoudt;
2°. hij die geen voldoende zorg draagt voor het onschadelijk houden van een onder zijn hoede staand gevaarlijk dier.
Tweede Boek. Misdrijven - Titel XXVII. Vernieling of beschadiging
Artikel 350 Wetboek van Strafrecht
1.
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
2.
Met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie wordt gestraft hij die opzettelijk en wederrechtelijk een dier dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, doodt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt.