23-Jan-2022, 12:29 PM
Bij de meetfiets test zit het onderstuur toch nog aan plus 6%. Daarbij moet je dan wel weten dat het M5 onderstuur een zeer smalle versie is, met de stuureinden omhoog. Als je het stuur vast hebt en je duim naar binnen uitsteekt, dan zit je ongeveer aan je been. Bij een onderstuur wat zo'n 60 cm breed is wordt het denk ik een heel ander verhaal.
Tijdens een andere meting met Bert Hoge hebben we indertijd verschillende 2x20 inch fietsjes getest, waaronder een m5 20-20. Daarop zat zo'n breed m5 bovenstuur. Het verschil tussen het stuurtje in het midden pakken en aan de buitenzijde was fors, in het midden was duidelijk beter. Ik heb het zo niet meer bij de hand is destijds ook in het magazine geweest ergens in 1997 of 1998. Het verschil tussen de 20-20 met aero wieltjes en de handjes in het midden, was geringer dan het verschil tussen de Baron en de m5 Lowracer.
Ervaringswaarden met een grote stroomlijnpunt, die van M5 en de Henry Barth Optima punt ( waarvan de Novosport Racefairing een kopie is) komt wel overeen met die 10%. Dat ga je pas boven ongeveer 30 km/h merken. Hoe harder je gaat, hoe meer je het verschil tussen met en zonder punt merkt.
Bij zo'n punt stop je je schouders in de punt, daarom zitten die bobbels aan de bovenzijde. Je onderste ribben passen dan weer prima in het smallere deel. Dat moet allemaal netjes aansluiten. Afhankelijk van het gat wat je voor het frame in de punt zaagt, en hoe je de punt aan je stoetje maakt, kun je daar wat mee spelen.
Als zo'n grote optimale punt op 10% zit, dan zal de minipunt altijd minder dan dat zijn, omdat die aerodynamisch gewoon niet zo goed is. Het voordeel van een staartstroomlijn is dat deze wervelingen achter het lichaam voorkomt. Overal waar lichaam en punt niet perfect aansluiten ontstaan alsnog wervelingen. Bij de Sport mini zit er een gat ongeveer bij je heup en mogelijk ook dus bij je schouders.
Ook moet de hoek van de punt goed passen bij de stoelhoek, als de achterzijde van het puntje omhoog wijst, ben je je oppervlak aan het vergroten.
Tijdens een andere meting met Bert Hoge hebben we indertijd verschillende 2x20 inch fietsjes getest, waaronder een m5 20-20. Daarop zat zo'n breed m5 bovenstuur. Het verschil tussen het stuurtje in het midden pakken en aan de buitenzijde was fors, in het midden was duidelijk beter. Ik heb het zo niet meer bij de hand is destijds ook in het magazine geweest ergens in 1997 of 1998. Het verschil tussen de 20-20 met aero wieltjes en de handjes in het midden, was geringer dan het verschil tussen de Baron en de m5 Lowracer.
Ervaringswaarden met een grote stroomlijnpunt, die van M5 en de Henry Barth Optima punt ( waarvan de Novosport Racefairing een kopie is) komt wel overeen met die 10%. Dat ga je pas boven ongeveer 30 km/h merken. Hoe harder je gaat, hoe meer je het verschil tussen met en zonder punt merkt.
Bij zo'n punt stop je je schouders in de punt, daarom zitten die bobbels aan de bovenzijde. Je onderste ribben passen dan weer prima in het smallere deel. Dat moet allemaal netjes aansluiten. Afhankelijk van het gat wat je voor het frame in de punt zaagt, en hoe je de punt aan je stoetje maakt, kun je daar wat mee spelen.
Als zo'n grote optimale punt op 10% zit, dan zal de minipunt altijd minder dan dat zijn, omdat die aerodynamisch gewoon niet zo goed is. Het voordeel van een staartstroomlijn is dat deze wervelingen achter het lichaam voorkomt. Overal waar lichaam en punt niet perfect aansluiten ontstaan alsnog wervelingen. Bij de Sport mini zit er een gat ongeveer bij je heup en mogelijk ook dus bij je schouders.
Ook moet de hoek van de punt goed passen bij de stoelhoek, als de achterzijde van het puntje omhoog wijst, ben je je oppervlak aan het vergroten.