29-Mar-2023, 02:19 PM
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 29-Mar-2023, 02:20 PM door datakneder.)
Met afschuw dit bericht gelezen.
Blijkbaar zijn de richtlijnen duidelijk. De wet ook, namelijk in
Regeling optische en geluidssignalen 2009
Artikel 3.
Naast de in het derde lid genoemde eisen bevat de in het eerste en tweede lid bedoelde richtlijn ten aanzien van de bestuurder van het voorrangsvoertuig de volgende eisen:
Helaas gaat deze regeling om het zijn van een voorrangsvoertuig (Licht- en geluidssignalen voerende). Deze agent zou zich kunnen beroepen op het feit dat deze regeling voor hem niet van toepassing was omdat hij geen signalen voerde. Dit natuurlijk t.a.v. wat hem ten laste gelegd zou worden. Maar dat ziet iedereen natuurlijk als een uitweg via een juridische fout. Niet netjes!
Los van de wet. In mijn ogen is het proportionaliteitsbeginsel hier in eerste instantie van toepassing. Er was sprake van één collega die hulp nodig had (wat ook niet vermeld is is wat de daadwerkelijke noodzaak was) en het dan in gevaar brengen van alle verkeersgebruikers die zich tussen jou en de collega bevinden lijkt me buitenproportioneel in eerrste instantie. Wat meeweegt is je afstand tot die collega, of er ook anderen hulp kunnen verlenen etc.
De agent zou wel met een heel goed verhaal moeten komen om mij te kunnen overtuigen dat deze situatie idd tot deze actie heeft mogen leiden.
Veel erger vind ik de reactie van de agent. Hier krijg ik het gevoel dat hij zich niet realiseert wat hij gedaan heeft. De discussie gaat vooral over het legitieme, maar het is niet zo dat omdat ik voorrang heb, ik zomaar iemand mag doodrijden. Nergens lees ik het antwoord op de vraag hoe kwam het dat hij die fietser niet zag, kon zien. Voor mij blijkt uit niets dat deze agent zich überhaubt deze vraag stelt. En ik vraag me af of het corps moet willen dat ze zo iemand in dienst hebben.
Blijkbaar zijn de richtlijnen duidelijk. De wet ook, namelijk in
Regeling optische en geluidssignalen 2009
Artikel 3.
Naast de in het derde lid genoemde eisen bevat de in het eerste en tweede lid bedoelde richtlijn ten aanzien van de bestuurder van het voorrangsvoertuig de volgende eisen:
- a. het negeren van een rood verkeerslicht gebeurt met een snelheid van maximaal 20 km per uur;
- b. een vluchtstrook wordt bereden met een snelheid van maximaal 20 km per uur boven de snelheid van het verkeer op de rijbaan, met een snelheid van maximaal 80 km per uur. Wanneer de snelheid van het andere verkeer lager is dan 30 km per uur, mag op de vluchtstrook maximaal 50 km per uur worden gereden;
- c. de rijbaan wordt bereden met een snelheid van maximaal 40 km per uur boven de ter plaatse geldende maximumsnelheid. De politie mag hiervan in overleg met de meldkamer in uitzonderlijke gevallen afwijken.
Helaas gaat deze regeling om het zijn van een voorrangsvoertuig (Licht- en geluidssignalen voerende). Deze agent zou zich kunnen beroepen op het feit dat deze regeling voor hem niet van toepassing was omdat hij geen signalen voerde. Dit natuurlijk t.a.v. wat hem ten laste gelegd zou worden. Maar dat ziet iedereen natuurlijk als een uitweg via een juridische fout. Niet netjes!
Los van de wet. In mijn ogen is het proportionaliteitsbeginsel hier in eerste instantie van toepassing. Er was sprake van één collega die hulp nodig had (wat ook niet vermeld is is wat de daadwerkelijke noodzaak was) en het dan in gevaar brengen van alle verkeersgebruikers die zich tussen jou en de collega bevinden lijkt me buitenproportioneel in eerrste instantie. Wat meeweegt is je afstand tot die collega, of er ook anderen hulp kunnen verlenen etc.
De agent zou wel met een heel goed verhaal moeten komen om mij te kunnen overtuigen dat deze situatie idd tot deze actie heeft mogen leiden.
Veel erger vind ik de reactie van de agent. Hier krijg ik het gevoel dat hij zich niet realiseert wat hij gedaan heeft. De discussie gaat vooral over het legitieme, maar het is niet zo dat omdat ik voorrang heb, ik zomaar iemand mag doodrijden. Nergens lees ik het antwoord op de vraag hoe kwam het dat hij die fietser niet zag, kon zien. Voor mij blijkt uit niets dat deze agent zich überhaubt deze vraag stelt. En ik vraag me af of het corps moet willen dat ze zo iemand in dienst hebben.