26-Oct-2024, 02:20 PM
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 26-Oct-2024, 02:23 PM door Martin van Mourik.)
Op dag twee stond ik om half zeven op, al snel was er voldoende daglicht en ging ik met naald en draad aan het werk aan de picknicktafel voor het herstelwerk aan mijn achtertas. Tussen de bedrijven door zette ik thee, ontbeet, en verplaatste ik mijn tent een paar keer naar een plek waar de zon al tussen de bomen door scheen zodat de dauw op het tentdoek kon drogen. Ik was twee uur bezig met het naaiwerk, mijn uitrusting inpakken ging de eerste keer ook nog niet zo heel vlot, uiteindelijk was ik om tien uur klaar voor vertrek.
Ik reed al snel over de hoofdweg langs de kustlijn, in De Panne draaide ik de Zeedijk op, en reed deze helemaal af tot het zuidelijkste punt. Hier trof ik een standbeeld aan ter nagedachtenis van de landing van koning Leopold I in 1831, toen de Belgen fier het juk van de overheersing door de Nederlanders afwierpen, hun opgedrongen na de Napoleontische tijd. Even later, tegen elf uur, passeerde ik de Franse grens, en reed over de Vélomaritime fietsroute richting Duinkerken. In Duinkerken reed ik nogmaals over een lange brede strandweg, le Digue de Mer, die steeds drukker werd naarmate ik het centrum naderde. Fietsen was er toegestaan "à l'allure de la marche". Via de Passerelle du Grand Large stak ik het Canal Exutoire over, en vond mijn weg naar het grote plein in het centrum, waar een groot standbeeld staat voor Jan Baert / Jean Bart, de Duinkerker kaper in Franse dienst die bekend stond als de Schrik van de Noordzee.
Rond twaalf uur reed ik het centrum uit en begon mijn fietstocht van Duinkerken naar Straatsburg, met ongeveer een halve dag achterstand op mijn oorspronkelijke reisplan. Ik volgde het kanaal naar Bergues, een oude vestingstad bekend van de speelfilm Bienvenue chez les Ch'tis. Ik had gedacht misschien ergens een plek uit deze speelfilm te herkennen, maar nee. Een deel van het centrale plein was in een grote bouwplaats veranderd, bij een luxe-frituur zag ik een grote hoeveelheid toeristen binnen aan tafels aan de lunch zitten. Ik vervolgde mijn weg via plaatsen met Vlaamse namen zoals Wormhout, Hondeghem en Hazebrouck.
Wat me altijd enige zorgen baart als ik richting het zuiden ga is de vraag of ik brood naar mijn smaak zal kunnen vinden. Ik hou niet van stokbrood en croissants vind ik al helemaal niet te vreten. In de noordelijke streken van Frankrijk bleek dit helemaal geen probleem, ze hebben daar gewoon lekker volkorenbrood. Bij de bakker in Hazebrouck kwam ik hier voor het eerst tot mijn vreugde achter, en ook verder naar het oosten vond ik lekker stevig volkorenbrood bij de plaatselijke bakker. Overigens vond ik ruim twee jaar geleden tot mijn verbazing in het uiterste zuiden van Europa, in de Portugese Algarve ook lekker volkorenbrood in de winkels.
Richting het sterk verstedelijkte gebied ten zuiden van Lille dat ik doorkruiste had ik zo'n twintig kilometer langs een kanaal in mijn route opgenomen van Pont à Vendin tot aan Douai. Het wegdek van le chemin de halage (jaagpad) was op de meeste stukken goed te doen, en deze route was bijna geheel autovrij. Ik moest een paar keer afstappen om mijn fiets door een smalle opening langs een hek te krijgen, waarschijnlijk bedoeld om auto's te weren, maar met de fiets ook moeilijk te passeren. Ik bereikte Douai om half zes en vulde mijn waterzakken op de Place Saint-Amé. Na een korte pauze in de schaduw van een boom op dit marktplein ging ik verder.
Ik besloot ergens wat te eten te halen zodat ik daarna in de avond nog een eind door kon fietsen. Langs de D645 zag ik een frituur. De prijs van een halve kilo frieten voor drie euro bleek slechts 50 cent hoger te zijn dan 2,50 voor 250 gram, dat heb ik toen maar gedaan. Ze bakten prima frieten daar, maar een halve kilo bleek toch wel meer dan ik in een keer op kon. Ik besloot het restant mee te nemen en later op te eten, de frieten zouden dan niet meer zo lekker zijn, maar de caloriën welkom. Ik wikkelde het in mijn dunne trui om het enigszins warm te houden. Het paste zo alleen niet meer erbij in mijn tas, ik kreeg de rits niet helemaal dicht, of ik had die frieten helemaal plat moeten duwen. Ik ben dan maar verder gereden met de rits een stukje open. In het begin voelde ik regelmatig achter mijn hoofd of alles nog op zijn plaats zat, en ik stopte een keer om te kijken of alles goed bleef zitten. Geen probleem, dus doorgefietst. Het begon te schemeren en ik reed door een stukje bos waar een beek doorheen stroomde. Dit leek me een mogelijke bivakplek. Er liep een spoor naar rechts het nogal ongelijke terrein in, met de fiets aan de hand liep ik een stuk over dit spoor op zoek naar een vlak stukje. Toen zag ik opeens dat die frieten met mijn er omheen gewikkelde trui weg waren. Ik was niet blij. Batterijen uit mijn tas opgediept en op mijn koplamp aangesloten, en terwijl het langzaamaan donker werd een stuk terug gefietst hopend dat ik mijn trui nog ergens op de weg zou aantreffen. Ik vond mijn trui niet terug, na een kilometer of tien gaf ik de hoop op. Ik lag mijzelf hardop uit te schelden terwijl ik maar weer verder reed, eenzaam en mokkend over donkere wegen in ruraal gebied. Het stukje bos langs die beek liet ik liggen, ik ging verder richting het Forêt domaniale de Mormal, een groot afgelegen bosgebied met een doorsnede van zo'n tien kilometer dichtbij de Waalse grens. Ongeveer halverwege een lange kaarsrechte weg door dit bosgebied vond ik een onverhard zijweggetje met een zeer brede uitmonding waar ik mooi kon staan in de stilte.
10:34 Zeedijk in De Panne
10:40 Standbeeld Leopold De Eerste
10:55 La France
11:28 Digue de Mer, Dunkerque
11:40 - 11:50 Dunkerque: Passerelle du Grand Large (wandel/fietsbrug over Canal Exutoire), fietsinfrastructuur en wegwerkzaamheden, Place Jean Bart
11:27 Bergues
12:46 D916
13:50 - 14:15 Hazebrouck
16:15 Pont-à-Vendin
16:20 - 17:20 chemin de halage (jaagpad) langs Canal de la Deûle van Pont-à-Vendin tot Douai
17:30 - 18:00 Douai, korte pauze bij waterpunt op Place Saint-Amé
18:30 - 19:00 Show Patates aan de D645 tussen Lewarde en Auberchicourt - een halve kilo frieten voor 3 euro
19:53 D81 bij Haspres, met de drukte van de stedengordel Béthune - Lens - Douai - Valenciennes eindelijk achter me
Ik reed al snel over de hoofdweg langs de kustlijn, in De Panne draaide ik de Zeedijk op, en reed deze helemaal af tot het zuidelijkste punt. Hier trof ik een standbeeld aan ter nagedachtenis van de landing van koning Leopold I in 1831, toen de Belgen fier het juk van de overheersing door de Nederlanders afwierpen, hun opgedrongen na de Napoleontische tijd. Even later, tegen elf uur, passeerde ik de Franse grens, en reed over de Vélomaritime fietsroute richting Duinkerken. In Duinkerken reed ik nogmaals over een lange brede strandweg, le Digue de Mer, die steeds drukker werd naarmate ik het centrum naderde. Fietsen was er toegestaan "à l'allure de la marche". Via de Passerelle du Grand Large stak ik het Canal Exutoire over, en vond mijn weg naar het grote plein in het centrum, waar een groot standbeeld staat voor Jan Baert / Jean Bart, de Duinkerker kaper in Franse dienst die bekend stond als de Schrik van de Noordzee.
Rond twaalf uur reed ik het centrum uit en begon mijn fietstocht van Duinkerken naar Straatsburg, met ongeveer een halve dag achterstand op mijn oorspronkelijke reisplan. Ik volgde het kanaal naar Bergues, een oude vestingstad bekend van de speelfilm Bienvenue chez les Ch'tis. Ik had gedacht misschien ergens een plek uit deze speelfilm te herkennen, maar nee. Een deel van het centrale plein was in een grote bouwplaats veranderd, bij een luxe-frituur zag ik een grote hoeveelheid toeristen binnen aan tafels aan de lunch zitten. Ik vervolgde mijn weg via plaatsen met Vlaamse namen zoals Wormhout, Hondeghem en Hazebrouck.
Wat me altijd enige zorgen baart als ik richting het zuiden ga is de vraag of ik brood naar mijn smaak zal kunnen vinden. Ik hou niet van stokbrood en croissants vind ik al helemaal niet te vreten. In de noordelijke streken van Frankrijk bleek dit helemaal geen probleem, ze hebben daar gewoon lekker volkorenbrood. Bij de bakker in Hazebrouck kwam ik hier voor het eerst tot mijn vreugde achter, en ook verder naar het oosten vond ik lekker stevig volkorenbrood bij de plaatselijke bakker. Overigens vond ik ruim twee jaar geleden tot mijn verbazing in het uiterste zuiden van Europa, in de Portugese Algarve ook lekker volkorenbrood in de winkels.
Richting het sterk verstedelijkte gebied ten zuiden van Lille dat ik doorkruiste had ik zo'n twintig kilometer langs een kanaal in mijn route opgenomen van Pont à Vendin tot aan Douai. Het wegdek van le chemin de halage (jaagpad) was op de meeste stukken goed te doen, en deze route was bijna geheel autovrij. Ik moest een paar keer afstappen om mijn fiets door een smalle opening langs een hek te krijgen, waarschijnlijk bedoeld om auto's te weren, maar met de fiets ook moeilijk te passeren. Ik bereikte Douai om half zes en vulde mijn waterzakken op de Place Saint-Amé. Na een korte pauze in de schaduw van een boom op dit marktplein ging ik verder.
Ik besloot ergens wat te eten te halen zodat ik daarna in de avond nog een eind door kon fietsen. Langs de D645 zag ik een frituur. De prijs van een halve kilo frieten voor drie euro bleek slechts 50 cent hoger te zijn dan 2,50 voor 250 gram, dat heb ik toen maar gedaan. Ze bakten prima frieten daar, maar een halve kilo bleek toch wel meer dan ik in een keer op kon. Ik besloot het restant mee te nemen en later op te eten, de frieten zouden dan niet meer zo lekker zijn, maar de caloriën welkom. Ik wikkelde het in mijn dunne trui om het enigszins warm te houden. Het paste zo alleen niet meer erbij in mijn tas, ik kreeg de rits niet helemaal dicht, of ik had die frieten helemaal plat moeten duwen. Ik ben dan maar verder gereden met de rits een stukje open. In het begin voelde ik regelmatig achter mijn hoofd of alles nog op zijn plaats zat, en ik stopte een keer om te kijken of alles goed bleef zitten. Geen probleem, dus doorgefietst. Het begon te schemeren en ik reed door een stukje bos waar een beek doorheen stroomde. Dit leek me een mogelijke bivakplek. Er liep een spoor naar rechts het nogal ongelijke terrein in, met de fiets aan de hand liep ik een stuk over dit spoor op zoek naar een vlak stukje. Toen zag ik opeens dat die frieten met mijn er omheen gewikkelde trui weg waren. Ik was niet blij. Batterijen uit mijn tas opgediept en op mijn koplamp aangesloten, en terwijl het langzaamaan donker werd een stuk terug gefietst hopend dat ik mijn trui nog ergens op de weg zou aantreffen. Ik vond mijn trui niet terug, na een kilometer of tien gaf ik de hoop op. Ik lag mijzelf hardop uit te schelden terwijl ik maar weer verder reed, eenzaam en mokkend over donkere wegen in ruraal gebied. Het stukje bos langs die beek liet ik liggen, ik ging verder richting het Forêt domaniale de Mormal, een groot afgelegen bosgebied met een doorsnede van zo'n tien kilometer dichtbij de Waalse grens. Ongeveer halverwege een lange kaarsrechte weg door dit bosgebied vond ik een onverhard zijweggetje met een zeer brede uitmonding waar ik mooi kon staan in de stilte.
10:34 Zeedijk in De Panne
10:40 Standbeeld Leopold De Eerste
10:55 La France
11:28 Digue de Mer, Dunkerque
11:40 - 11:50 Dunkerque: Passerelle du Grand Large (wandel/fietsbrug over Canal Exutoire), fietsinfrastructuur en wegwerkzaamheden, Place Jean Bart
11:27 Bergues
12:46 D916
13:50 - 14:15 Hazebrouck
16:15 Pont-à-Vendin
16:20 - 17:20 chemin de halage (jaagpad) langs Canal de la Deûle van Pont-à-Vendin tot Douai
17:30 - 18:00 Douai, korte pauze bij waterpunt op Place Saint-Amé
18:30 - 19:00 Show Patates aan de D645 tussen Lewarde en Auberchicourt - een halve kilo frieten voor 3 euro
19:53 D81 bij Haspres, met de drukte van de stedengordel Béthune - Lens - Douai - Valenciennes eindelijk achter me