Artikel 185 WVW 1994 is bijzonder civiel recht dat is ingevoerd in het bijzonder strafrecht wat de Wegenverkeerswet 1994 feitelijk is. Wanneer een bestuurder van een motorrijtuig bij een ongeval betrokken raakt zal hij of zij verantwoordelijk worden gehouden voor de schade aan een ander toegebracht. Uitgezonderd van schade, door een motorrijtuig toegebracht aan loslopende dieren, aan een ander motorrijtuig in beweging of aan personen en zaken die daarmee worden vervoerd.
Het juridisch "voordeel" voor de verkeersdeelnemers die geen motorrijtuig besturen is, dat de eigenaar, houder van het motorrijtuig of de opdrachtgever voor de bestuurder, moet bewijzen dat het ongeval is te wijten aan overmacht. De zogenaamde omgekeerde bewijslast.
Ook bij een verkeersovertreding van de "zwakkere verkeersdeelnemer" zal bewezen moeten worden dat de bestuurder van het motorrijtuig alles heeft gedaan om een ongeval te voorkomen. Maar dat je altijd je schade krijgt vergoed is niet juist. Ook overmacht wordt bewezen verklaard.
Het juridisch "voordeel" voor de verkeersdeelnemers die geen motorrijtuig besturen is, dat de eigenaar, houder van het motorrijtuig of de opdrachtgever voor de bestuurder, moet bewijzen dat het ongeval is te wijten aan overmacht. De zogenaamde omgekeerde bewijslast.
Ook bij een verkeersovertreding van de "zwakkere verkeersdeelnemer" zal bewezen moeten worden dat de bestuurder van het motorrijtuig alles heeft gedaan om een ongeval te voorkomen. Maar dat je altijd je schade krijgt vergoed is niet juist. Ook overmacht wordt bewezen verklaard.