(17-Aug-2022, 11:18 AM)mvdriel schreef:Als je op een bewolkte dag met windstil weer de proef uit rolt om een glad wegdek dan zijn er weinig variabelen die van invloed kunnen zijn op de metingen. Waarschijnlijk kom je uit op een parallelle of 0 sporing die gunstig is voor de rolweerstand, maar wat minder gunstig is voor koersvastheid.(17-Aug-2022, 08:32 AM)Jeroen S schreef: Als je toch bezig bent met fijnafstelling doe dan ook even een aantal uitrol proeven met verschillende instellingen. Liefst ergens met een zeer bescheiden hellinkje, zodat de snelheid laag blijft. Onder 15-20 km/h Starten bovenaan de helling, laten uitrollen en markeren hoe ver je komt. Dan nogmaals. Vervolgens probeer je een beetje meer in 1 richting, bijvoorbeeld toespoor, en controleer je hoever dat rolt. Gaat dat beter, dan blijf je in die richting verder proberen. Rol je minder ver, dan ga je de andere kant op met de instelling.Buiten dat er bij zo'n rolproef veel extra variabelen spelbreker kunnen zijn (zoals Frutsel als aangaf) en het tijdrovend is (zie ook de video van Velomobile World), heb je wel een dynamische situatie, maar niet de in praktijk meest voorkomende, dynamische situatie waarbij het voertuig wordt aangedreven. Hoeveel extra speling is er bij aandrijven ten opzichte van uitrollen?
Voor extra speling tussen rollen en met aandrijvend achterwiel is zeer gering of te verwaarlozen. Vele velomobielen hebben een ongelijkzijdige vierhoek in de onderste wielophanging. Met een virtueel draaipunt. Ik heb lasermetingen gedaan, waarbij ik de voorwielen met spanbanden naar achteren heb getrokken tijdens de statische metingen om de extra kracht door aandrijving te simuleren. Ik zag geen verschil. Waarschijnlijk wordt die kracht gecompenseerd door de voorste diagonale wieldraagarmen. Die trekken de wielen naar toespoor i.p.v. uitspoor.