(9 uren geleden)365cycle schreef: Je koopt er geen nieuwe auto voor.
En als je dan met de auto's gaat vergelijken, dan vind je een nieuwe helikopter ook pas vanaf zo'n €350.000. Niet goedkoop, maar die hele kan dingen die alle andere vliegtuigen niet kunnen: Als je tuin groot genoeg is kan je een vergunning aanvragen en ter plekke landen.
Zo groot vind ik het verschil namelijk wel; met een velomobiel kan je dingen die een normale fietser echt kan vergeten, en de automobilist aan de andere kant ook.
Gisteren bijvoorbeeld, even comfortabel 266,62 km (ik vond het zo'n leuk getal dat ik 'm maar helemaal uittyp) fietsen met een behoorlijk hoop bagage en in 7 uur, dat kan niet met een wielrenfiets, niet met een speed pedelec, niet met een bakfiets, alleen met een velomobiel.
Inderdaad, de prijs per km/u die je met een velomobiel haalt is echt belachelijk laag vergeleken met wat je moet leveren op een klassieke racefiets. De velomobiel is eigenlijk de enige fiets waarmee je moeiteloos een volledig peloton kunt achterlaten — en dat zonder je longen uit je lijf te trappen.
Wat veel mensen vergeten, is dat er nog steeds racefietsen van 15.000 euro als zoete broodjes over de toonbank gaan — niemand die daar raar van opkijkt. Heel normaal, blijkbaar.
Omdat het artikel achter een betaalmuur zit, zal ik enkele quotes eruit lichten.
https://www.hln.be/binnenland/reportage-...~aac903a6/
Ronny (58) glundert wanneer hij enthousiast als een kind de fietsenwinkel van oud-wereldkampioen veldrijden Niels Albert in Tremelo binnentrippelt. Meteen haalt hij z’n smartphone boven om de fiets die klaarstaat tot in het kleinste detail vast te leggen. Want daar staat hij dan te blinken. Zijn nieuwe racemachine. En niet zomaar één. Een Trek – het Amerikaanse merk waarmee onder meer Thibau Nys rijdt – met alle mogelijke snufjes aan boord. Een kader van vederlicht carbon, ultrasnelle wielen, keramische lagers en – om het helemaal af te maken – een 3D-geprint zadel. En dat komt met een prijskaartje. Liefst 15.000 euro. Kroket.
Ronny ziet eruit als nen echte. Geen grammetje te veel. In tegenstelling tot veel andere ‘MAMIL’ (Middle-Aged Men In Lycra), jargon voor het archetype van de wielertoerist: met de benen open balancerend op de dunne wieltjes en met net te veel lichaamsmassa voor het smalle wielerpakje. Maar niets van dat alles bij Ronny. En dus moet ook z’n fiets vederlicht zijn. Zelfs de ervaren mecaniciens uit de winkel komen het nieuwste paradepaardje nog eens met eigen handen wegen voor het definitief de deur uitgaat. “Hoeveel? Minder dan 7 kilo? klinkt het bewonderend. “Met goedkopere onderdelen zou ik die fiets voor 5.000 of 6.000 euro minder kunnen kopen”, zegt Ronny doodserieus. “Maar dan weegt hij ook 2 kilogram meer.”
]Of z’n vriendin niet moeilijk doet over dat prijskaartje? “Ach, elke hobby kost geld. Dat laat mijn vriendin koud. En ik wil later niet de rijkste van het kerkhof zijn. Ik leef nu. Al heb ik nu wel even geen geld meer”, lacht Ronny, terwijl hij zich opmaakt te vertrekken. Buiten regent het ondertussen pijpenstelen. “Ik wil niet dat hij nat wordt”, klinkt het. “Weet je wat, ik haal hem vrijdag wel op. Dat hij hier nog even blijft staan.”
Ronny is lang geen uitzondering in de ‘Niels Albert Bike Store’. De uren voordien stappen véél wielertoeristen buiten met nieuw speelgoed, het ene al wat duurder dan het andere. Wekelijks zit daar wel een exemplaar van zo’n 15.000 euro bij. “Elke week verkopen we drie à vier fietsen in het segment boven de 10.000 euro”, zegt Albert.