2 uren geleden
Toen ik mijn eigen velomobiel zelf bouwde vond ik draaicirkel ook heel belangrijk, dus open wielkasten. Inmiddels heb ik een Milan GT met een wat grotere draaicirkel. Dat merk ik vooral in dagelijks gebruik op de binnenplaats waar ik mijn fiets stal. Met de houten kon ik daar langs de groenstroken een rondje rijden, met de GT moet ik hem even omdraaien. Dat doe ik dan met het parkeren al. Op de weg is er maar 1 plek waar ik het met de GT niet redt maar met die houten wel, dat is een haarspeld in een Duits fietspad van de brug bij Wesel af.
Ik rijd al 20 jaar dezelfde 10 km naar mijn werk. Op de ligger deed ik dat met ca 25 gemiddeld over meerdere dagen gemeten, kruissnelheid rond de 30. Met de houten VM met 28 gemiddeld, kruissnelheid rond de 35. Met de Milan zit ik ook vaak boven de 35 tegen de 40 met kruissnelheid, gemiddeld ongeveer 30. Met een beetje rekenen merk je dat het gemiddelde en de kruissnelheid steeds verder uit elkaar gaan liggen. Veel harder rijden loont niet echt. Wat wel erg loont is vermijden van stukken waar je langzamer rijdt als je gemiddelde.
Daarmee kom ik bij de volgende tip; je route en de obstakels die je tegenkomt is ontzettend bepalend voor je snelheid. Ulft en Doetinchem is beide 10 km fietspad langs een provinciale weg. Richting Ulft kom ik hooguit twee handen vol andere fietsers tegen. Richting Doetinchem hele hordes middelbare scholieren en E bikers die zich niet kunnen voorstellen dat er iets nog snellers op het fietspad zit. Dezelfde afstand, maar toch is duurt de ene rit een stukje langer. Ook de route zelf is erg bepalend. Bebouwde kom, scherpe bochten bij rotondes, oversteekjes, afstandjes van een paar honderd meter naar het volgende verkeerslicht, de volgende kruising, zigzag routes over rustige plattelandsweggetjes het remt allemaal af. De kortste weg is lang niet altijd de snelste.
Bijvoorbeeld als ik via Zutphen naar mijn ouders in Schalkhaar wil, dan kan dat via Eefde, Gorssel, Epse, Deventer. Grotendeels fietspad langs de provinciale weg, lijkt best redelijk door te fietsen. Maar ik moet in Eefde en Gorssel toch wat langzamer, tussen Gorssel en Deventer is er best wat verkeer op het fietspad. Heb ik bij Epse het eerste verkeerslicht en Deventer betekend een kilometer of 5-7 met ongeveer door de stad, of de buitenwijken. Afsteken door Colmschate schiet ook niet op.
Ik steek dus in Eefde af, richting Joppe, Dortherhoek, Bathmen, Oude Molen, en kom dan via de Oerdijk pas bij het bruggetje over het Overijsselskanaal het eerste ( en gelijk het laatste) verkeerslicht tegen. Vanaf Eefde kan ik dan bijna constant door blijven rijden, wel een paar keer opletten met oversteken. Vast niet de kortste weg, maar je kan wel heerlijk doorrijden.
Ik rijd al 20 jaar dezelfde 10 km naar mijn werk. Op de ligger deed ik dat met ca 25 gemiddeld over meerdere dagen gemeten, kruissnelheid rond de 30. Met de houten VM met 28 gemiddeld, kruissnelheid rond de 35. Met de Milan zit ik ook vaak boven de 35 tegen de 40 met kruissnelheid, gemiddeld ongeveer 30. Met een beetje rekenen merk je dat het gemiddelde en de kruissnelheid steeds verder uit elkaar gaan liggen. Veel harder rijden loont niet echt. Wat wel erg loont is vermijden van stukken waar je langzamer rijdt als je gemiddelde.
Daarmee kom ik bij de volgende tip; je route en de obstakels die je tegenkomt is ontzettend bepalend voor je snelheid. Ulft en Doetinchem is beide 10 km fietspad langs een provinciale weg. Richting Ulft kom ik hooguit twee handen vol andere fietsers tegen. Richting Doetinchem hele hordes middelbare scholieren en E bikers die zich niet kunnen voorstellen dat er iets nog snellers op het fietspad zit. Dezelfde afstand, maar toch is duurt de ene rit een stukje langer. Ook de route zelf is erg bepalend. Bebouwde kom, scherpe bochten bij rotondes, oversteekjes, afstandjes van een paar honderd meter naar het volgende verkeerslicht, de volgende kruising, zigzag routes over rustige plattelandsweggetjes het remt allemaal af. De kortste weg is lang niet altijd de snelste.
Bijvoorbeeld als ik via Zutphen naar mijn ouders in Schalkhaar wil, dan kan dat via Eefde, Gorssel, Epse, Deventer. Grotendeels fietspad langs de provinciale weg, lijkt best redelijk door te fietsen. Maar ik moet in Eefde en Gorssel toch wat langzamer, tussen Gorssel en Deventer is er best wat verkeer op het fietspad. Heb ik bij Epse het eerste verkeerslicht en Deventer betekend een kilometer of 5-7 met ongeveer door de stad, of de buitenwijken. Afsteken door Colmschate schiet ook niet op.
Ik steek dus in Eefde af, richting Joppe, Dortherhoek, Bathmen, Oude Molen, en kom dan via de Oerdijk pas bij het bruggetje over het Overijsselskanaal het eerste ( en gelijk het laatste) verkeerslicht tegen. Vanaf Eefde kan ik dan bijna constant door blijven rijden, wel een paar keer opletten met oversteken. Vast niet de kortste weg, maar je kan wel heerlijk doorrijden.