11-Feb-2021, 03:42 PM
Een Df ( of Alpha of AfterSeven) wordt met Hosen een stukje breder, immers de wielen zitten ook bij stuurbewegingen naar buiten de wielkast IN de hosen. Die hosen voegen per kant ongeveer 5 cm toe. Dat is ongunstig voor de totale weerstand.
DF wordt met Hosen als vorm een stukje gladder. Door de hosen vervallen de wervelingen om en bij de wielen voor een groot deel. Dat is gunstig voor de totale weerstand.
Het sommetje valt zo uit dat de vergroting van het frontaal oppervlak meer dan gecompenseerd wordt door de verbetering door de aerodynamisch "gladdere" vorm. Met hosen is de Df dus sneller.
Je kunt heel objectief meten welke Velomobiel bergaf het hardste rolt. Je kunt meten welke velomobiel kracht bij de trappers het meest efficient bij de achternaaf laat aankomen. ( helaas is er volgens mij geen enkelzijdige naaf voor vermogens meting.) Verder hebben dit soort meetapparaten een kleine onnauwkeurigheid van ongeveer 1% , wat juist het meten van zeer kleine verschillen verstoord.
De echt snelle velomobielen zitten heel dicht bij elkaar. Met een subtiele verslechtering zoals het eraan schroeven van iets grotere spiegels, bandjes met een hogere rolweerstand, montage van lampjes, go pro's en dergelijke buiten aan de body, heb je mogelijk al een groter verschil te pakken.
Daarnaast kan een velomobiel wel snel zijn, maar als je er niet lekker in past, of pijn aan je kont krijgt van de stoel schiet het ook niet op.
Sommigen vinden de liggende houding van een Milan fijn, anderen voelen zich prettiger bij de iets rechtere positie van de DF. Als je je niet op je gemak voelt in een fiets, dan kun je er ook niet echt hard mee.
De meeste velomobielen hebben tegenwoordig twee kettingrollen in de belaste kettinglijn. 1 voor de brug en 1 tussen het diepste punt van het stoeltje en de achterwielkast. Het voordeel van die achterste rol is dat de kettinglijn wat optimaler blijft. De afstand tussen de ketting en de achterbrug blijft beperkt, ook in relatie tot het draaipunt van de achterbrug. In ongunstige gevallen pomp je anders de fiets in en uit de vering en verdwijnt daarin een deel van je kostbare energie.
DF wordt met Hosen als vorm een stukje gladder. Door de hosen vervallen de wervelingen om en bij de wielen voor een groot deel. Dat is gunstig voor de totale weerstand.
Het sommetje valt zo uit dat de vergroting van het frontaal oppervlak meer dan gecompenseerd wordt door de verbetering door de aerodynamisch "gladdere" vorm. Met hosen is de Df dus sneller.
Je kunt heel objectief meten welke Velomobiel bergaf het hardste rolt. Je kunt meten welke velomobiel kracht bij de trappers het meest efficient bij de achternaaf laat aankomen. ( helaas is er volgens mij geen enkelzijdige naaf voor vermogens meting.) Verder hebben dit soort meetapparaten een kleine onnauwkeurigheid van ongeveer 1% , wat juist het meten van zeer kleine verschillen verstoord.
De echt snelle velomobielen zitten heel dicht bij elkaar. Met een subtiele verslechtering zoals het eraan schroeven van iets grotere spiegels, bandjes met een hogere rolweerstand, montage van lampjes, go pro's en dergelijke buiten aan de body, heb je mogelijk al een groter verschil te pakken.
Daarnaast kan een velomobiel wel snel zijn, maar als je er niet lekker in past, of pijn aan je kont krijgt van de stoel schiet het ook niet op.
Sommigen vinden de liggende houding van een Milan fijn, anderen voelen zich prettiger bij de iets rechtere positie van de DF. Als je je niet op je gemak voelt in een fiets, dan kun je er ook niet echt hard mee.
De meeste velomobielen hebben tegenwoordig twee kettingrollen in de belaste kettinglijn. 1 voor de brug en 1 tussen het diepste punt van het stoeltje en de achterwielkast. Het voordeel van die achterste rol is dat de kettinglijn wat optimaler blijft. De afstand tussen de ketting en de achterbrug blijft beperkt, ook in relatie tot het draaipunt van de achterbrug. In ongunstige gevallen pomp je anders de fiets in en uit de vering en verdwijnt daarin een deel van je kostbare energie.