(19-Apr-2021, 09:34 AM)Niels van der Wal schreef: Spieren zijn echter biologie:Over biomechanica geschreven. Wielrenner kiezen alleen voor een hogere trapfrequentie om meer trapvermogen te kunnen leveren. En dat hou je minder lang vol. Wielrenner verscholen in het peloton draaien een lagere cadans om energie te sparen. Sprinters in de wegwedstrijden draaien richting eindstreep maximaal circa 130 rpm. Baansprinters een korte tijd 180 rpm. Tijdrijders tussen de 100 en 105 rpm. Gemiddeld circa 103 rpm. Snellere contractie van spieren is inefficiënt en vraagt meer zuurstof. Met het risico dat de anaerobe drempel wordt overschreden.
Professionele wielrenner kiezen voor een hoge trapfrequentie omdat beschadiging en herstel een onderdeel is van de spierfysiologie.
Een hoge trapfrequentie is in korte tijd minder efficiënt, maar je kan het veel langer volhouden, waardoor het op lange termijn efficiënter is. (overigens sprinten wielrenners met een frequentie van boven de 180; bij een hoge tapfrequentie versnel je beter.)
Ben ook benieuwd of brevetrijders die regelmatig 300 tot meer dan 600 km rijden ook een hogere trapfrequentie aanhouden. Zoals jij sluit met Niels, 110, van der Wal. Ik verwacht weinig brevetrijders met een gemiddelde van boven de 95 rpm.
(19-Apr-2021, 09:34 AM)Niels van der Wal schreef: Bij een lage trapfrequentie belast je je spieren meer; belasten betekend beschadigen (kleine scheurtjes in de spieren). Dit wordt ook weer met eiwitten hersteld tijdens het fietsen, maar vooral in de rust na het fietsen. Je spieren 'groeien' hierdoor; dit noem je trainen. Bij een hoge trapfrequentie belast je de spieren minder, ze beschadigen dus minder snel waardoor je de inspanning langer kan volhouden en over een meerdaagse wedstrijd minder verval hebt.
Bij een lagere trapfrequentie beschadigen je spieren alleen bij een hoog koppel of trapkracht. Kwestie van tijdig schakelen. Het gaat op trapkracht (koppel) en trapfrequentie (toerental).
De grootste problemen heb je met blessures aan gewrichten, kraakbeen, gewrichtsbanden, pezen en aanhechtingen. Spieren herstellen zeer snel en passen zich snel aan.