18-Jul-2020, 10:37 PM
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 18-Jul-2020, 10:41 PM door Lopopodium.)
In een tocht van 216 kilometer van Den Haag, via de Biesbosch, Waalwijk, Den Bosch, Oss, Nijmegen en Doornenburg naar Didam.
Deze inefficiënte route had ik al een tijdje op het oog om eens te proberen. Nu gedaan, maar doe het denk ik niet weer. Met name tussen Waalwijk en Oss was ik niet gecharmeerd van de ermbarmelijke fietspaden en dorpswegen waar ik overheen moest, noch over de wegbewijzering waar overzicht ontbrak (waarom staat Oss pas op drie kilometer afstand eens op de bordjes vermeld?) en ontbrekende wegbewijzering bij een splitsing terwijl honderd meter eerder er wel een bordje stond. Ik had al geen hoge pet op van Brabant als fietsprovincie, maar het oordeel is verder gedaald.
Onderweg wel twee ligfietsers gezien.
De eerste was bij de pont van de Biesbosch. Hij reed op een Flevobike racer. We hebben even gepraat, en hij fietste enige kilometers met mij mee om een mooie route langs Hank aan te wijzen. Dat was inderdaad een mooi dijkpaadje met prima asfalt. Het was ook echt een Flevobike racer, want zijn gemiddelde snelheid was hoger dan de mijne (na de pont haalde hij mij langzaam in). En ik fiets normaliter niet langzaam. Ik word zelfs nooit ingehaald door andere ligfietsen, het is altijd andersom geweest. Misschien als ik niet met zo'n lange tocht in het warme weer bezig was (ik had op dat moment nog maar 80 kilometer gefietst en ik wist al dat ik over de 200 zou geraken) dat ik makkelijker aan zou kunnen haken (ik ging zo'n beetje 30 per uur op kruissnelheid toen).
De twee was een dame op een (lange) driewieler die mij tegemoet kwam tussen Wijchen en Nijmegen in.
Het was wel warm om te fietsen vandaag. Mijn regel van een halve liter per uur fietsen bij normaal zomerig weer schoot nu tekort, het was gewoon warmer en zonniger dan 'normaal zomerig weer'. Ik heb normaliter al twee flessen van anderhalve liter water bij me. Meestal genoeg voor zeker 150 kilometer. Door de afstand als extra nog een fles van 1,25 liter erbij, en nog een reserveflesje van een halve liter voor noodgevallen. Al voor Den Bosch bekroop mij het gevoel dat bijna vijf liter alsnog te weinig zou gaan zijn. Dus bij de eerste de beste snackbar twee blikjes suikerwater gekocht. De ijskoude 7-up heb ik gelijk maar aangebroken, de Fanta heb ik nog even bewaard voor een pauze in een bosgebied bij Oss. Dankzij deze twee blikjes had ik net aan genoeg om in goede orde op de eindbestemming aan te komen. De laatste slokken water had ik bij de pont van Doornenburg al op. De resterende 17 kilometer moesten op de reserve.
Ik was blij dat ik er eindelijk was, dat opgeluchte gevoel gebeurt me niet vaak. Eenmaal aangekomen nog een literpak appelsap gedronken. Nu een paar uur verder ook nog wat glazen water. Ik zit denk ik wel op zeker zeven liter drank voor vandaag... Dat zie ik mij nooit meer verbeteren.
Deze inefficiënte route had ik al een tijdje op het oog om eens te proberen. Nu gedaan, maar doe het denk ik niet weer. Met name tussen Waalwijk en Oss was ik niet gecharmeerd van de ermbarmelijke fietspaden en dorpswegen waar ik overheen moest, noch over de wegbewijzering waar overzicht ontbrak (waarom staat Oss pas op drie kilometer afstand eens op de bordjes vermeld?) en ontbrekende wegbewijzering bij een splitsing terwijl honderd meter eerder er wel een bordje stond. Ik had al geen hoge pet op van Brabant als fietsprovincie, maar het oordeel is verder gedaald.
Onderweg wel twee ligfietsers gezien.
De eerste was bij de pont van de Biesbosch. Hij reed op een Flevobike racer. We hebben even gepraat, en hij fietste enige kilometers met mij mee om een mooie route langs Hank aan te wijzen. Dat was inderdaad een mooi dijkpaadje met prima asfalt. Het was ook echt een Flevobike racer, want zijn gemiddelde snelheid was hoger dan de mijne (na de pont haalde hij mij langzaam in). En ik fiets normaliter niet langzaam. Ik word zelfs nooit ingehaald door andere ligfietsen, het is altijd andersom geweest. Misschien als ik niet met zo'n lange tocht in het warme weer bezig was (ik had op dat moment nog maar 80 kilometer gefietst en ik wist al dat ik over de 200 zou geraken) dat ik makkelijker aan zou kunnen haken (ik ging zo'n beetje 30 per uur op kruissnelheid toen).
De twee was een dame op een (lange) driewieler die mij tegemoet kwam tussen Wijchen en Nijmegen in.
Het was wel warm om te fietsen vandaag. Mijn regel van een halve liter per uur fietsen bij normaal zomerig weer schoot nu tekort, het was gewoon warmer en zonniger dan 'normaal zomerig weer'. Ik heb normaliter al twee flessen van anderhalve liter water bij me. Meestal genoeg voor zeker 150 kilometer. Door de afstand als extra nog een fles van 1,25 liter erbij, en nog een reserveflesje van een halve liter voor noodgevallen. Al voor Den Bosch bekroop mij het gevoel dat bijna vijf liter alsnog te weinig zou gaan zijn. Dus bij de eerste de beste snackbar twee blikjes suikerwater gekocht. De ijskoude 7-up heb ik gelijk maar aangebroken, de Fanta heb ik nog even bewaard voor een pauze in een bosgebied bij Oss. Dankzij deze twee blikjes had ik net aan genoeg om in goede orde op de eindbestemming aan te komen. De laatste slokken water had ik bij de pont van Doornenburg al op. De resterende 17 kilometer moesten op de reserve.
Ik was blij dat ik er eindelijk was, dat opgeluchte gevoel gebeurt me niet vaak. Eenmaal aangekomen nog een literpak appelsap gedronken. Nu een paar uur verder ook nog wat glazen water. Ik zit denk ik wel op zeker zeven liter drank voor vandaag... Dat zie ik mij nooit meer verbeteren.