22-Aug-2022, 11:22 PM
(Dit bericht is het laatst bewerkt op 22-Aug-2022, 11:28 PM door 365cycle.)
Als eerste: Piet, ik heb je laatste bericht gelezen, maar ga het niet citeren in mijn reactie en wel om twee redenen:
- je vergelijkt appels met peren (extreem lange duurrit met tijdrijden);
- je geeft zelf telkens aan dat je niets aan sportief rijden doet. Zonder dat je weet hoe het voelt om de grenzen op te zoeken bouw je puur op (mogelijk zelfs onvolledige) theorie, en dat is voor dit onderwerp (en eigenlijk voor bijna alle wetenschap) simpelweg niet genoeg.
Bij dat overzicht valt me op dat die cadans telkens krap boven de 100 zit, en dat de cranks zonder uitzondering gewoon lang zijn. De kortste gebruikte cranks zijn 171 mm en dat is dan ook nog een erg lang geleden. Het overzicht klopt nl. niet, Chris Boardman reed zijn laatste (2000) en voorlaatste (1996) uurrecord allebei met 172.5mm. Kan de bron even niet vinden, maar hoewel zijn voorkeur vroeger altijd bij 175mm lag, zorgde zijn osteoporose ervoor dat kortere cranks noodzakelijk werden. Nu weet ik even niet meer precies waar ik dat gelezen heb, maar eigenlijk is het best een triest verhaal. Misschien leuk om te weten: Hij is ook een groot voorvechter van fietsen in het algemeen, zowel vanwege het milieu als voor de volksgezondheid in de UK.
Indurain is een extreem geval, hij staat bekend om zijn lange cranks, zeker gezien zijn lengte (1.85 geloof ik?). Hij heeft zelfs weleens met 200 mm gereden, maar het wereld uurrecord reed hij zo te zien met 190 mm. Toch zien we ook bij hem een cadans van boven de 100.
Pakken we het spiersnelheids-overzicht van PietV er dan bij, dan valt op dat dat eigenlijk een simpele serie is: iedere 5mm meer of minder geeft een verschil van 2,94%. Hoewel dat op mij wat vreemd overkomt, ga ik er vanuit dat de gegevens kloppen en we dus niet eens echt hoeven te extrapoleren; we kunnen de serie simpelweg naar boven en onderen afmaken.
Vergelijken we de spiersnelheid van Chris Boardman met die van mij, dan zien we dat zijn 101,8 rpm van 23-07-1993 (toen hij vermoedelijk nog gewoon gezond was) overeen zou komen met 116,8 rpm op mijn cranks.
Pakken we Indurain z'n 100,9 rpm op boomlange cranks van 190 mm, dan komen we zelfs uit op 124,6 rpm.
Ga ik dan naar mijn eigen snelste korte duurritten kijken (die overigens ook met vergelijkbaar tempo gaan, maar dan op de openbare weg, op gewone straatbanden met een anti-lek laag, maar zoals jullie bekend met een fiets met veel betere stroomlijn), dan valt op dat ik ritten mét de racekap zowel een lagere cadans als een lager vermogen trap dan op ritten zonder. Ik vermoed dat dit met temperatuur te maken heeft, en niet zozeer met beschikbare zuurstof. En wat voor gegevens daar dan verder bij horen? Nou... gemiddeld 111 rpm met een hartslag van 157 over zo'n 1u30m. Gemiddeld vermogen over de hele rit niet duidelijk, de vermogensmeter was na ongeveer een uur zo goed als leeg*. Op een paar segmenten van die rit zit ik telkens precies op 115 rpm met een gemiddeld vermogen van tussen de 330 en 370 W.
*deze gaat dan eerst een minuut of 5 a 10 correcte cadans maar hele rare vermogens doorgeven, meestal extreem laag - 61W bij 57 km/h op vlakke weg bijvoorbeeld - en communiceert dan een tijd lang nog steeds de cadans maar "0 W", om uiteindelijk de ANT-verbinding te verbreken.
Mijn spiersnelheid op de snelste ritten in de Milan is - ondanks de gunstiger heuphoek en veel betere positie om adem te halen (schouders ontspannen naar achteren, handen hangend op het stuur, hoofd achterover in de hoofdsteun) - dus lager dan die van de heren topsporters. En dat klopt ook, want mijn conditie is goed, maar zeker niet op topsportniveau, en het zou weleens goed kunnen dat mijn spieren zwaarder zijn; ik ben vooral goed in knalhard wegrijden.
Zou ik een lagere cadans gaan rijden, dan daalt mijn hartslag, maar kan ik dit vermogen helemaal niet leveren. Ik rijd best vaak rond de 200 W (op kruissnelheid), cadans is dan meestal 90~95 rpm, en misschien dat ik 250-270W ook nog wel zou kunnen trappen, maar als ik daar boven ga verzuren m'n benen al snel. Sterker nog: Gedurende lange ritten daalt mijn cadans vaak naarmate ik langer rijd. Ik kom dus steeds dichter bij die verzuringsgrens, omdat ik naarmate ik langer rijd de hoge cadans niet meer kan volhouden.
Ik - en met mij heel veel andere sportieve fietsers - kunnen niet anders dan een redelijk hoge cadans rijden om een hoog vermogen te leveren. Uitzondering op de regel zijn die superefficiënt gebouwde slanke dames en heren met bergen type 1 spiervezel; het is net of hun spieren makkelijker afvalstoffen afvoeren.
Daarnaast is de velomobiel inmiddels ook mijn voornaamste vervoermiddel. Zowel meer snelheid als een grotere actieradius hebben samen dus een positieve invloed op mijn flexibiliteit. Theorieën over efficiënt rijden en de zelfkennis die ik daarmee opgebouwd heb kunnen fietsen echt leuker maken, en hebben zelfs een positieve invloed op mijn leven.
De laatste OBT kon ik alleen op de dag zelf tijd maken; de totale rit was ruim 450 km met een gemiddelde van ruim 35 km/h, waarbij de OBT zelf het gemiddelde omlaag trok. Dat was minder dan 3 jaar nadat ik met een ongewenst bierbuikje weer aan het sporten sloeg en met mijn Quest over 30 kilometer de 25 km/h gemiddeld niet kon halen. Het gemak waarmee ik tegenwoordig kilometers verslind is een enorme luxe; één die ik probeer vast te houden, want diverse bronnen om me heen leren me dat het naarmate ik ouder word steeds moeilijker wordt om dit weer op te bouwen. Als ik straks midden in de zestig ben, en ik kan nog zo rijden als Arjen Meurs, en me daarna in de tachtig zelfs de honderden kilometers van de man achter Questie van Tijd kan permitteren:
- je vergelijkt appels met peren (extreem lange duurrit met tijdrijden);
- je geeft zelf telkens aan dat je niets aan sportief rijden doet. Zonder dat je weet hoe het voelt om de grenzen op te zoeken bouw je puur op (mogelijk zelfs onvolledige) theorie, en dat is voor dit onderwerp (en eigenlijk voor bijna alle wetenschap) simpelweg niet genoeg.
(22-Aug-2022, 07:51 PM)Jeroen S schreef: Als je kijkt naar de cadans die rijders halen bij het uur record, valt op dat deze tamelijk hoog is. Verder valt op dat die cadans over de loop der jaren zeer vergelijkbaar is. Met een enkele uitzondering hier of daar.Klopt. Even vantevoren: Deze reactie lijkt kritisch naar jou, maar is meer bedoeld als analyse.
http://www.wolfgang-menn.de/hourrec.htm
De fietsen, de versnellingen dat veranderd, maar toch trappen ze binnen een paar % met dezelfde cadans.
Bij dat overzicht valt me op dat die cadans telkens krap boven de 100 zit, en dat de cranks zonder uitzondering gewoon lang zijn. De kortste gebruikte cranks zijn 171 mm en dat is dan ook nog een erg lang geleden. Het overzicht klopt nl. niet, Chris Boardman reed zijn laatste (2000) en voorlaatste (1996) uurrecord allebei met 172.5mm. Kan de bron even niet vinden, maar hoewel zijn voorkeur vroeger altijd bij 175mm lag, zorgde zijn osteoporose ervoor dat kortere cranks noodzakelijk werden. Nu weet ik even niet meer precies waar ik dat gelezen heb, maar eigenlijk is het best een triest verhaal. Misschien leuk om te weten: Hij is ook een groot voorvechter van fietsen in het algemeen, zowel vanwege het milieu als voor de volksgezondheid in de UK.
Indurain is een extreem geval, hij staat bekend om zijn lange cranks, zeker gezien zijn lengte (1.85 geloof ik?). Hij heeft zelfs weleens met 200 mm gereden, maar het wereld uurrecord reed hij zo te zien met 190 mm. Toch zien we ook bij hem een cadans van boven de 100.
Pakken we het spiersnelheids-overzicht van PietV er dan bij, dan valt op dat dat eigenlijk een simpele serie is: iedere 5mm meer of minder geeft een verschil van 2,94%. Hoewel dat op mij wat vreemd overkomt, ga ik er vanuit dat de gegevens kloppen en we dus niet eens echt hoeven te extrapoleren; we kunnen de serie simpelweg naar boven en onderen afmaken.
Vergelijken we de spiersnelheid van Chris Boardman met die van mij, dan zien we dat zijn 101,8 rpm van 23-07-1993 (toen hij vermoedelijk nog gewoon gezond was) overeen zou komen met 116,8 rpm op mijn cranks.
Pakken we Indurain z'n 100,9 rpm op boomlange cranks van 190 mm, dan komen we zelfs uit op 124,6 rpm.
Ga ik dan naar mijn eigen snelste korte duurritten kijken (die overigens ook met vergelijkbaar tempo gaan, maar dan op de openbare weg, op gewone straatbanden met een anti-lek laag, maar zoals jullie bekend met een fiets met veel betere stroomlijn), dan valt op dat ik ritten mét de racekap zowel een lagere cadans als een lager vermogen trap dan op ritten zonder. Ik vermoed dat dit met temperatuur te maken heeft, en niet zozeer met beschikbare zuurstof. En wat voor gegevens daar dan verder bij horen? Nou... gemiddeld 111 rpm met een hartslag van 157 over zo'n 1u30m. Gemiddeld vermogen over de hele rit niet duidelijk, de vermogensmeter was na ongeveer een uur zo goed als leeg*. Op een paar segmenten van die rit zit ik telkens precies op 115 rpm met een gemiddeld vermogen van tussen de 330 en 370 W.
*deze gaat dan eerst een minuut of 5 a 10 correcte cadans maar hele rare vermogens doorgeven, meestal extreem laag - 61W bij 57 km/h op vlakke weg bijvoorbeeld - en communiceert dan een tijd lang nog steeds de cadans maar "0 W", om uiteindelijk de ANT-verbinding te verbreken.
Mijn spiersnelheid op de snelste ritten in de Milan is - ondanks de gunstiger heuphoek en veel betere positie om adem te halen (schouders ontspannen naar achteren, handen hangend op het stuur, hoofd achterover in de hoofdsteun) - dus lager dan die van de heren topsporters. En dat klopt ook, want mijn conditie is goed, maar zeker niet op topsportniveau, en het zou weleens goed kunnen dat mijn spieren zwaarder zijn; ik ben vooral goed in knalhard wegrijden.
Zou ik een lagere cadans gaan rijden, dan daalt mijn hartslag, maar kan ik dit vermogen helemaal niet leveren. Ik rijd best vaak rond de 200 W (op kruissnelheid), cadans is dan meestal 90~95 rpm, en misschien dat ik 250-270W ook nog wel zou kunnen trappen, maar als ik daar boven ga verzuren m'n benen al snel. Sterker nog: Gedurende lange ritten daalt mijn cadans vaak naarmate ik langer rijd. Ik kom dus steeds dichter bij die verzuringsgrens, omdat ik naarmate ik langer rijd de hoge cadans niet meer kan volhouden.
Ik - en met mij heel veel andere sportieve fietsers - kunnen niet anders dan een redelijk hoge cadans rijden om een hoog vermogen te leveren. Uitzondering op de regel zijn die superefficiënt gebouwde slanke dames en heren met bergen type 1 spiervezel; het is net of hun spieren makkelijker afvalstoffen afvoeren.
(22-Aug-2022, 09:53 PM)Bob Hagendijk schreef: Beter van wel, zonder bronnen wordt het helemaal een ongefundeerde discussie. Ik volg het niet in detail want ik fiets wel graag hard, maar ik ben niet op zoek naar mijn optimale dieet/wattage/cadans voor de laatste km/u winst.Je hebt zeker gelijk Bob. Toch is de informatie die je hierin kan vinden mogelijk heel nuttig. Mijn motivatie is tweeledig: Ik ben - ondanks het opgeven en eigenlijk zelfs de afkeer van tegenwoordig tegen mijn vroegere auto/circuithobby - nog steeds verslaafd aan snelheid. Hard rijden in m'n velomobiel maakt me gelukkig
-Uur records zijn wat anders dan tour etappes en die zijn weer anders dan plezier ritjes.
-De meeste mensen hier op het forum kunnen niet worden vergeleken met een topsporter. Ook is het doel anders, bij topsporters gaat het om winst, bij de meesten hier om comfort, plezier en ook snelheid, maar niet die laatste secondes. Het kan dus best zijn dat je met cadans A sneller kan zijn, maar als cadans B prettiger voelt zullen de meesten daarvoor kiezen.
Ik denk dus dat je met verschillende bronnen beide gelijk kan hebben, afhankelijk is vooral welke informatie je erin wilt zoeken. En daar kan je elkaar soms in missen.
Daarnaast is de velomobiel inmiddels ook mijn voornaamste vervoermiddel. Zowel meer snelheid als een grotere actieradius hebben samen dus een positieve invloed op mijn flexibiliteit. Theorieën over efficiënt rijden en de zelfkennis die ik daarmee opgebouwd heb kunnen fietsen echt leuker maken, en hebben zelfs een positieve invloed op mijn leven.
De laatste OBT kon ik alleen op de dag zelf tijd maken; de totale rit was ruim 450 km met een gemiddelde van ruim 35 km/h, waarbij de OBT zelf het gemiddelde omlaag trok. Dat was minder dan 3 jaar nadat ik met een ongewenst bierbuikje weer aan het sporten sloeg en met mijn Quest over 30 kilometer de 25 km/h gemiddeld niet kon halen. Het gemak waarmee ik tegenwoordig kilometers verslind is een enorme luxe; één die ik probeer vast te houden, want diverse bronnen om me heen leren me dat het naarmate ik ouder word steeds moeilijker wordt om dit weer op te bouwen. Als ik straks midden in de zestig ben, en ik kan nog zo rijden als Arjen Meurs, en me daarna in de tachtig zelfs de honderden kilometers van de man achter Questie van Tijd kan permitteren: