Wat als “weinig vermogen” wordt beschouwd, blijft uiteraard relatief – daar heeft iedereen zo zijn eigen maatstaven voor. Zelf herinner ik me nog goed het moment dat ik in de winter mijn Milan SL in ontvangst nam. Vol enthousiasme en verwachting klom ik erin, om vervolgens met moeite de 40 km/u aan te tikken. Een bescheiden prestatie, laten we zeggen, passend bij mijn destijds al even bescheiden conditie.
Holger Seidel drukte me op het hart om mezelf minstens zes maanden te geven om eraan te wennen. Natuurlijk had ik daar weinig oren naar – ik had tenslotte eerder gereden met de recordkuip van Bernhard Böhler, een tweewieler met een belachelijk lage zithouding waarmee 50 km/u aanvoelde als een zondagswandeling. Dus ja, mijn verwachtingen waren… optimistisch.
Gelukkig kwam de zomer, en daarmee ook betere temperaturen en iets betere benen. Plots zag ik gemiddelde snelheden eind in de veertig verschijnen – een serieuze oppepper, letterlijk en figuurlijk. Ik heb altijd met een CCS gereden onder de Milan SL. Daarna volgde de overstap naar de Snoek, en met de komst van een CCU daaronder, reed ik – ondanks aanhoudende zenuwpijn – na verloop van tijd langere stukken aan 55 km/u en zelfs vlagen van midden 60. Iets wat ik eerder als pure sciencefiction had beschouwd.
Het lijkt me dan ook niet ondenkbaar dat sommige Duitse collega’s, gezegend met biljartvlakke asfaltlinten en een TT onder hun fiets, richting de 70 km/u gemiddeld rijden. Met een POSR in een kleine Snoek, en mits mijn zenuwstelsel zich ooit weer tot samenwerking laat verleiden, zie ik mezelf met verhoogde trainingsintensiteit ook wel comfortabel meedraaien in de zestig gemiddeld. Niet dat dat iets over mij zegt – eerder over de fiets. Al blijft het absurd wat voor snelheden je met zo’n aerodynamische sigaar kunt halen mits je jezelf er een beetje op toelegt.
De Remerx-velgen waren voor mij een bron van voortdurende ergernis. Dat hier tot op heden geen verbetering is doorgevoerd, verbaast me. Theo gaf aan dat ook Fratelli niet veel beter presteert, wat best mogelijk is. Toch zijn er inmiddels duidelijk betere velgen op de markt. Zijn die dan zoveel duurder?
Holger Seidel drukte me op het hart om mezelf minstens zes maanden te geven om eraan te wennen. Natuurlijk had ik daar weinig oren naar – ik had tenslotte eerder gereden met de recordkuip van Bernhard Böhler, een tweewieler met een belachelijk lage zithouding waarmee 50 km/u aanvoelde als een zondagswandeling. Dus ja, mijn verwachtingen waren… optimistisch.
Gelukkig kwam de zomer, en daarmee ook betere temperaturen en iets betere benen. Plots zag ik gemiddelde snelheden eind in de veertig verschijnen – een serieuze oppepper, letterlijk en figuurlijk. Ik heb altijd met een CCS gereden onder de Milan SL. Daarna volgde de overstap naar de Snoek, en met de komst van een CCU daaronder, reed ik – ondanks aanhoudende zenuwpijn – na verloop van tijd langere stukken aan 55 km/u en zelfs vlagen van midden 60. Iets wat ik eerder als pure sciencefiction had beschouwd.
Het lijkt me dan ook niet ondenkbaar dat sommige Duitse collega’s, gezegend met biljartvlakke asfaltlinten en een TT onder hun fiets, richting de 70 km/u gemiddeld rijden. Met een POSR in een kleine Snoek, en mits mijn zenuwstelsel zich ooit weer tot samenwerking laat verleiden, zie ik mezelf met verhoogde trainingsintensiteit ook wel comfortabel meedraaien in de zestig gemiddeld. Niet dat dat iets over mij zegt – eerder over de fiets. Al blijft het absurd wat voor snelheden je met zo’n aerodynamische sigaar kunt halen mits je jezelf er een beetje op toelegt.
De Remerx-velgen waren voor mij een bron van voortdurende ergernis. Dat hier tot op heden geen verbetering is doorgevoerd, verbaast me. Theo gaf aan dat ook Fratelli niet veel beter presteert, wat best mogelijk is. Toch zijn er inmiddels duidelijk betere velgen op de markt. Zijn die dan zoveel duurder?